Terminaal ziek: vechten of aanvaarden?
Ik denk aan het ergste nieuws dat ik ooit in mijn leven hoorde en probeer van daaruit mij voor te stellen hoe het voelt. Zo vierkant voor je eigen dood of eindigheid geplaatst worden. Het is goed om dat af en toe te doen, kwestie van in je leven de juiste prioriteiten te stellen. Maar wat als het echt zover is?
Het lijkt mij wel fijn als je na de shock en de daarop volgende emoties er toe kunt komen om het gewoon te aanvaarden.
Reeds heel lang zweeft er in mijn bewustzijn ergens een beeld van mezelf, liggend op een bed, de handen reeds gevouwen – op een respectabele leeftijd uiteraard-, omringd door geliefden en door zoete herinneringen. Een laatste maal maak ik de balans van mijn leven op en stel ik vast dat het goed was. Waarna ik met een enigszins mystieke glimlach mij vol overgave laat wegzakken in de handen van onzichtbare wezens die mijn ziel wegvoeren naar het Grote Licht. De geliefden rond mij pinken een traan weg, maar alles is gezegd en gedaan, waardoor ze toch met een warm gevoel mijn sterfbed kunnen verlaten.
Helaas ben ik tot nu toe nog nooit getuige geweest van zo'n idyllisch sterfbed.
Het theoretische model van Elisabeth Kübler-Ross, bekend psychiater en stervensbegeleider, voorzag in een overzichtelijk verloop van het verwerkingsproces na het vaststellen van een terminale ziekte, waarbij na de nodige emoties de aanvaarding als laatste fase haar intrede doet. De aanvaarding lijkt zo het uiteindelijke doel en meteen ook de zin van de zure appel om doorheen te bijten: kunnen sterven in een vredige sfeer, nadat de dingen nog op een serene manier geregeld zijn en na een gepast afscheid van alles en iedereen.
Later werd het model genuanceerd. Een zekere mate van aanvaarding maakt de zaken zeker gemakkelijker, zowel voor de stervende als voor wie achterblijft, maar in werkelijkheid verschijnt tijdens de laatste scène aanvaarding zelden als enige op het toneel.
Niet iedereen lijkt daar ook naar te streven. Je hoort regelmatig dat mensen verwoed op zoek gaan naar die ene onwaarschijnlijke kans om dat onvermijdelijke punt toch nog uit te stellen en om de beker aan zich voorbij te laten gaan. Begrijpelijk natuurlijk. Is het net niet door onze sterke overlevingsdrang dat de mensheid het zo ver geschopt heeft?
Vorige week liet Marie-Rose Morel nog weten dat zij zou blijven vechten. Nu haar artsen geen genezing meer in het vizier hebben, zal zij met voedingssupplementen en meditaties de dood bezweren. Ik kan mij voorstellen dat dit nieuws heel wat wenkbrauwen deed fronsen. De mijne incluis, terwijl ik mijzelf nochtans grote fan van regelmatige meditatie en dergelijke mag noemen. Een enigszins venijnig stemmetje in mijn hoofd merkte immers honend op dat het wel goedkoop is om in de aanschijn des doods je plots te bekeren en dat het er gewoon om gaat dat ze niet kan aanvaarden dood te gaan. Immer alert voor venijnige stemmetjes die mij vanuit de donkere hoekjes van mijn persoonlijkheid dingen komen toefluisteren, legde ik die gedachte meteen vakkundig het zwijgen op. Het deed mij immers denken aan mijn katholieke jeugd waarin sommigen mij bezworen dat het ongehoord was om alleen te bidden als je in de shit zat en nergens elders meer kon aankloppen. En bidden of mediteren, het ligt natuurlijk wel heel dicht bij elkaar. Ik vermoed dus dat mevrouw Morel niet op de appreciatie van die sommigen zou kunnen rekenen, maar bij deze distantieer ik mij toch uitdrukkelijk van deze afkeurende en dus weinig liefdevolle benadering. En is het trouwens niet gemakkelijker te aanvaarden dat je gaat sterven, als je weet dat je alle mogelijkheden om te genezen de kans gegeven hebt?
Ik hoop dat mevrouw Morel veel genoegen mag beleven aan haar nieuwe levenswijze en ik ben er van overtuigd dat het heel wat in beweging kan brengen. Maar zou ze hiermee ook echt kunnen genezen?
Ik geloof niet in toeval. Ik ben er van overtuigd dat je op een heel diep niveau aantrekt wat je wenst aan te trekken in je leven. Hoewel het ego en dat onvatbare, mysterieuze wezen diep in ons dat door velen ziel genoemd wordt, vermoedelijk vaak van mening verschilt over wat wenselijk is om aan te trekken, geloof ik, dat je vanuit je kern, vanuit je essentie, precies datgene aantrekt, waar jij echt naar verlangt. Ook ziektes en andere ogenschijnlijk pijnlijke dingen. Weliswaar meestal volslagen onbewust.
Ik kan mij voorstellen dat veel mensen op dit punt van mijn betoog behoorlijk boos kunnen worden. Hoe haal ik het in mijn hoofd dat iemand ziek zou willen zijn, wil lijden, laat staan ook nog sterven? Hoe haal ik het in mijn hoofd dat iemand voor zoveel ellende dus ook zelf verantwoordelijk zou kunnen zijn?
Dat laatste is inderdaad een heikel punt, niet alleen voor mensen die zich a-spiritueel wensen op te stellen. Ook bij alternatieve geneeswijzen, vertrekt men van het idee dat ziekte voorspruit uit energetische blokkades, verkeerde overtuigingen, vastgeroeste emoties en dies meer.
Ik heb het mij een tijdlang afgevraagd, staande aan het voeteind van het bed van een palliatieve patiënt. Heeft hij nu gefaald? Heeft onze maatschappij gefaald omdat deze mens niet de kans gekregen heeft om zijn ziekmakende patronen van zich af te zetten of zijn energetische blokkades te laten oplossen? Is hier iets vreselijks verkeerd gegaan? En hoe zit dat dan met dat aantrekken op je pad van wat je nodig hebt? Is hier een kans niet gezien?
Bij de grote vragen des levens, moet je soms je hersenen met vakantie sturen. Hoewel ze uiteraard uitstekend werk verrichten tijdens onze incarnatie in deze Westerse, rationele maatschappij, hebben ze zo ook hun beperkingen.
Om te beginnen denken wij verschrikkelijk duaal. Licht en duister, goed en kwaad, ziek en gezond, leven en dood. Daar valt iets voor te zeggen, want door twee tegengestelde polen recht tegenover elkaar te plaatsen, kunnen we ons bewust worden van de wereld rondom ons. Als je niet weet wat licht is, kan je niet weten wat duisternis is, zeg maar. Als je nooit ziek geweest bent, besef je niet wat het betekent om gezond te zijn.
Verder zijn onze kleine hersencellen ook dol op het leggen van verbindingen. We koppelen steeds terug op vroegere ervaringen en associëren er lustig op los. Ook niet slecht natuurlijk, want zo leren we bij en integreren we nieuwe informatie.
Dat alles betekent evenwel ook dat we heel moeilijk neutraal in de wereld kunnen staan. Het idee van ziek zijn, bijvoorbeeld, roept meestal een boel negatieve associaties op en al naargelang de opgedane levenservaring, wordt 'ziek zijn' ingekleurd met sombere grijze, misselijk makend bruingroene of rouwzwarte kleuren. Ziek zijn vraagt daardoor maar om één ding: zo snel mogelijk genezen en terug op de zonnige, vrolijke pool van gezond zijn terechtkomen. Op welke manier dan ook.
Ik geloof dat de feiten zoals ze zich aan ons aandienen, eigenlijk perfect neutraal zijn. Het zijn wijzelf die ze inkleuren. En daar start onze verantwoordelijkheid. Het vraagt heel wat discipline natuurlijk, maar misschien is het goed om niet meteen naar dat zwarte kleurkrijtje te grijpen en even een blik te werpen op de andere kleurschakeringen in de doos. Welke positieve dingen brengt de ziekte in ons leven of kan de ziekte in ons leven brengen?
In een min of meer verlicht moment, realiseerde ik mij dat ons brein nog een ander typisch kenmerk vertoont, of althans het linkerdeel van ons brein: wij denken onszelf als een individueel wezen. We hebben de neiging om onszelf als een afgebakend individueel lichaam te zien: mijn lichaam is ziek, ik ben ziek.
Op een dag had ik immers vernomen dat een Oosters, spiritueel hoogstaand persoon, met name de grondlegger van de Advaita, het directe pad tot bevrijding, stierf aan kanker. Deze ogenschijnlijke contradictio deed bij mij de deur dicht. Als ik al enigszins werkelijk geloofde dat mijn palliatieve patiënten op enig gebied faalden, dan werd dit sluimerende geloof nu voor eens en altijd uitgeroeid en ruimde het plaats voor een dieper inzicht.
Hoewel ik er al langer van overtuigd ben dat we op zielsniveau allemaal één pot nat zijn, om het even oneerbiedig uit te drukken, was het een openbaring plots in te zien dat als we daar één zijn, we dat op alle andere niveaus, waaronder het fysieke, ook zijn. Zo boven, zo onder.
Een ervaring komt tot ons bewuste ik, waardoor we denken: mijn keel doet pijn. Uiteraard een zeer praktische en overzichtelijke gedachte in het dagelijks leven, maar is dat wel zo? Tenslotte moeten baby's leren dat een lichaamsdeel van hen is en dat het lichaam van hun moeder dat bijvoorbeeld niet is. Het gaat hier dus veeleer om een conventie: zo benoemen we dat, zo denken we dat.
Zou het niet eerder zijn dat ziektes rondwaren op een collectief niveau (het pot nat, weet u wel)? En dat ze vervolgens bij sommige mensen binnentreden in het ervaringsveld van hun bewuste ik, in hun individuele bewustzijn?
De hamvraag is dan helemaal niet, waarom ik? Wat doe ik verkeerd? En wat moet ik doen om te genezen van deze ziekte?
Feitelijk allemaal behoorlijk tendieuze vragen, kenmerkend voor de individualistische, causale en gekleurde manier waarop onze hersenen werken en waardoor we ons met ons ziek-zijn gaan identificeren.
Zou de werkelijke hamvraag niet eerder zijn: hoe kan ik mij vanuit mijn essentie over dit fenomeen dat mij aangereikt wordt, buigen? Wat is mijn antwoord, vanuit het diepst van mijn, overigens steeds perfect in orde zijnde, zelf? Hoe ga ik dit gegeven inkleuren?
En vanuit die oneindige bron van mogelijkheden die het leven is, is zoveel meer mogelijk dan louter in termen van ziek – gezond, dood – leven, als een slechte en een goede pool te denken. Er is nog zoveel tussen hemel en aarde waar onze hersenen niet bij kunnen, wat we niet kunnen denken. Wat betekent ons ziek-zijn op grote schaal werkelijk? En wat is genezen dan eigenlijk? Door ons enkel te focussen op genezen in de strikte zin van het woord, zijn we misschien wel blind voor de genezing die de ziekte zelf met zich meebrengt.
Alleen daarom al is het heel oké om in moeilijke situaties aan het mediteren te slaan. Om ons patroonmatige denken en voelen even het zwijgen op te leggen en alles in een ruimer perspectief te bekijken. En dan vanuit vrijheid datgene te kiezen dat het beste bij onze essentie aansluit.
Je sterft zoals je geleefd hebt, wordt vaak gezegd. Maar zolang er leven is, is het nooit te laat om dichter bij jezelf te gaan staan en het leven te leven zoals jij dat werkelijk wenst.
Er kan veel over mevrouw Morel getwist worden, maar het is duidelijk dat zij een vechter is. En dus gooit ze zich strijdvaardig op alternatieve therapieën. Dat is prima. De hamvraag is niet: zal zij hierdoor genezen en is haar gedrag dus verantwoord?
Neen, dè vraag is: beantwoordt deze houding het meest aan wie ze in essentie is? Per definitie een zeer persoonlijke vraag die niet door een ander beantwoord kan worden en waarvan het antwoord niet voor iedereen zal gelden.
Bovendien is het misschien net wel eenvoudiger om te sterven als je bewust leeft vanuit je essentie, vanuit je ziel, want is je ziel niet dat onsterfelijke deel van jezelf...?
Daar moet ik de komende dagen toch nog eens goed over nadenken: zou het wel tot de essentie van mijn wezen behoren om op hoge leeftijd, liggend op een bed, zelfingenomen over mijn leven en met een mysterieuze glimlach deze aardse wereld te verlaten?
En hoe zit het bij u?