Vochtopstapeling in de buik/oedemen
Mogelijke oorzaken?
Complicatie bij patiƫnten met een aantasting van het buikvlies door kankercellen, hartfalen, een teveel aan vochtinname (in de terminale fase maakt het lichaam geen gebruik meer van het ingenomen of toegediende vocht). De vochtopstapeling veroorzaakt een opgezet gevoel, brandend maagzuur, verminderde eetlust, misselijkheid en braken, kortademigheid (door de verhoogde stand van het middenrif), beperkte mobiliteit en oedeem (vochtopstapeling) in de benen.
Wat te doen?
Frequente, kleine maaltijden, waarbij gasvormende voeding vermeden wordt, zijn aan te raden. Toedienen van vocht en zout zal beperkt worden. Een comfortabele halfzittende houding kan het ongemak verminderen. Indien betrokkene er veel last van heeft, kunnen geneesmiddelen of het verwijderen van vocht via een punctie, door de arts overwogen worden. Opgezwollen benen en voeten kunnen verbeteren met een aangepaste massage, compressen en door de benen hoger te leggen.
Uitdroging
Mogelijke oorzaken?
Misselijkheid, braken, diarree, verstoppingen, ...
Wat te doen?
Bevochtig regelmatig de mond van de betrokkene en bied eventueel ijsblokjes aan.
Dwing hem of haar nooit te drinken en druppel geen vocht in de mond. Als de betrokkene niet meer kan slikken, dreigt dit in de longen te lopen en een longontsteking te veroorzaken. Bevochtig de lucht met een luchtbevochtiger.
De meningen lopen uiteen over het nut van vochttoediening. Voor- en nadelen moeten goed afgewogen worden. Uitdroging kan leiden tot misselijkheid, braken, constipatie, spierkramp, hoofdpijn, een opstapeling van de afbraakproducten van geneesmiddelen, uitgedroogde slijmvliezen, een droge mond en een groter risico op urinewegeninfecties en doorligwonden. Anderzijds daalt de urineproductie waardoor de persoon in kwestie minder last heeft van incontinentie en er geen sonde nodig is, er minder maag- en darmvocht is en dus minder braken, minder afscheiding uit de longen dus minder hoest, minder longoedeem, minder nood aan aspiratie van slijmen, minder verstikkingsgevoel en minder oedemen en vochtophoping in de buik. Bij terminale patiƫnten neemt het verlangen om te drinken geleidelijk aan af. Terminale dehydratatie is minder oncomfortabel dan dehydratatie in het algemeen. Het dorstgevoel wordt eerder veroorzaakt door een droge mond. Om het dorstgevoel te verminderen, hoeft het vochtverlies niet volledig gecompenseerd te worden.