left

Het is avond
Ik ben vermoeid
Ik sluit mijn ogen

voor de nacht die
eeuwig is van
wondere klaarte

Ugo Verbeke

 

Artikelindex

 

De mens is meer dan zijn of haar fysieke lichaam en beschikt ook over een energetisch lichaam. Wat gebeurt er bij het sterven op het niveau van chakra's en auralagen? Wat gebeurt er met het bewustzijn tijdens het stervensproces? Hoe wordt dit gebeuren gezien in het Tibetaans Boeddhisme? En hoe kan je het energetische stervensproces ondersteunen?

De mens is meer dan een fysiek lichaam. In oude culturen is er heel wat kennis voorhanden over de subtielere of energetische lichamen van de mens. Het fysieke lijf is daarbij maar één dimensie van het menselijk wezen. In deze tijd is er in het Westen terug een groeiende interesse voor de niet-fysieke aspecten van de werkelijkheid: chakra's, auralagen, energievelden, dimensies... de meeste mensen hebben hier al wel van gehoord. Deze kennis wordt steeds meer verfijnd en ook vanuit wetenschappelijke hoek steeds vaker mee in ogenschouw genomen.


Chakra's en auralagen

De energetische structuur van de mens bestaat uit 15 chakra's en 15 corresponderende auralagen. De meest bekende chakra's zijn de zeven grote chakra's: stuitchakra (rood), heiligbeenchakra (oranje), plexus solaris (geel), hartchakra (groen), keelchakra (lichtblauw), derde oog (indigo) en kruinchakra (violet). Het zijn plaatsen in het menselijke energieveld waar energie uitgewisseld wordt tussen het eigen energieveld en andere energievelden. Iedere chakra houdt verband met specifieke aspecten van het menselijk leven. Zo heeft de stuitchakra te maken met overleven, stabiliteit, geaardheid, welvarendheid, de tweede chakra met seksualiteit en emoties, de derde met kracht en doelgerichtheid, de hartchakra met liefde, harmonie, mededogen en aanvaarding, de keelchakra met communicatie, creativiteit, uitdrukking van jezelf, de voorhoofdschakra met intuïtie, psychologisch inzicht en verbeeldingskracht en de kruinchakra met begrip, wijsheid, kennis en spiritualiteit. De auralagen worden meestal opgedeeld in het etherisch lichaam, het emotioneel lichaam, het mentaal lichaam en het spiritueel lichaam (dit laatste omvat eigenlijk de overige 12 auralagen). Deze energetische lichamen lopen doorheen het fysieke lichaam maar zijn groter, waarbij het spirituele lichaam de meest ruime laag is.

Het menselijk energieveld is een beweeglijk en dynamisch systeem. Waar energie lange tijd niet (goed) stroomt (vb. door onderdrukte emoties die vastgehouden worden in het emotioneel lichaam of negatieve overtuigingen die energie vastzetten in het mentaal lichaam), treden er fysieke symptomen op zoals ongemakken, pijn en ziekte. Indien fysieke symptomen enkel op fysiek niveau opgelost worden, is de kans groot dat ze na verloop van tijd terugkeren.

Wat gebeurt er in het menselijk energieveld bij het sterven?

Bij het sterven trekt het menselijk bewustzijn zijn terug uit de eerste drie auralagen (fysieke, emotionele en mentale lichaam) waardoor die afsterven of oplossen en manifesteert de kern van het menselijk wezen (de ziel) zich enkel nog in de spirituele lagen (het zogenaamde astraal lichaam). Van daaruit kan de ziel opnieuw incarneren of zich verder ‘terugtrekken' in hogere lagen, dimensies of bewustzijnsniveaus.

In haar boek "Licht op de aura" zet Barbara Ann Brennan uitéén hoe in de beginfase van het sterven, de drie lagere lichamen (etherisch, emotioneel en mentaal lichaam), uitéénvallen en als opaalwitte, nevelachtige vlekken van het lichaam los komen. Ook de drie onderste chakra's, die dienen om het fysieke lichaam bij elkaar te houden, vallen uit elkaar, waarbij er lange energiedraden uitkomen. De bovenste vier chakra's daarentegen gaan heel sterk open staan, als gapende gaten: ze openen zich voor de andere dimensies. Ongeveer drie uren voor het overlijden, is er een overvloedige energiestroom, recht omhoog, doorheen het centrale verticale energiekanaal. Dit kan waargenomen worden als een gouden licht, dat alle energetische blokkades lost en waardoor alle ervaringen en herinneringen vrijkomen en door het bewustzijn van de stervende gaan (levensfilm). Alle muren worden als het ware gesloopt en de aura wordt witgoud: de stervende integreert terug met zijn grotere wezen.

Volgens dit boek zijn we hier op aarde geïncarneerd om die stukken van onszelf die we vergeten zijn en daardoor afgescheiden zijn van de werkelijkheid terug te vinden, terug te herinneren en te herintegreren met ons grotere wezen.

Het geleidelijk openen van de kruinchakra bij het sterven, doet denken aan het openen van de baarmoedermond bij een geboorte. In die zin kan je het stervensproces beschouwen als geboren worden in een andere wereld.


Bewustzijnsniveaus

Een verandering in het patroon van de hersengolven, brengt andere toestanden van bewustzijn met zich mee, waardoor de stervende niet langer in een 'normaal' bewustzijn, zoals wij dat als 'wakkere' mens kennen, verkeert. Robert Monroe ontwierp een methode om op een veilige manier verschillende bewustzijnsniveaus te onderzoeken (zie het Monroe-concept). Het bewustzijn van een stervende blijkt steeds ruimer te worden. Dit gaat niet in rechte lijn, maar eerder cyclisch : van ruimer bewustzijn terug naar normaal dagbewustzijn, weer ruimer, terug dichter bij het lichaam, terug ruimer... tot de stervende definitief het fysieke bewustzijn verlaat en sterft.

Robert Monroe deelde de verschillende bewustzijnsniveaus als volgt in:
 

Focus 1: dagdagelijks, wakker bewustzijn. Linkerhelft meest actief.
 

Focus 3: harmonisatie tussen rechter- en linkerhelft. Rechterhelft wordt actiever.
 

Focus 10: diepe ontspanning, je lichaam voelt zwaar aan, je geest is helder.
 

Focus 12: eerste vorm van intense bewustzijnsverruiming. Het is alsof je geest vleugels krijgt, of de hemel opengaat, alsof er zich een veel groter ruimtebesef in je geest ontvouwt dan je in je 'normale' bewustzijn gewend bent. Het gevoel van een ‘onder' en een ‘boven' verdwijnt, alsof je in een gigantische ruimte zweeft.
Stervenden zitten in deze fase niet helemaal in hun lichaam meer, maar voelen "ruimer" aan, met een zwaartepunt buiten het centrum van hun lichaam. Dit kan ook het gevolg zijn van pijn of ongemakken (om die te vermijden) of van de medicatie die gebruikt wordt. Vanuit deze toestand kunnen ze heel veel waarnemen (horen, aanvoelen...) ook al lijkt dit op het eerste zicht niet zo.

Focus 15: dit is het punt waar het tijds- en ruimtebesef overstegen wordt. Deze toestand wordt bijvoorbeeld opgeroepen in regressie-oefeningen. Van hieruit kan je je geestelijk vrij bewegen naar andere plaatsen en tijden, dan waar je lichaam zich bevindt. Lichaamsbewustzijn sterk vervaagd.
De stervende in deze toestand maakt gemakkelijk contact met personen en plaatsen die zich niet in het fysieke hier en nu bevinden. Je kan bijvoorbeeld merken dat een patiënt met verminderd (dag)bewustzijn al contact maakt met een bezoeker wanneer die aan de voordeur staat.

Focus 21: dit is de brug tussen leven en dood. Dit kan gezien worden als een brug waar je overgaat of een poort of een wand waar je doorheen gaat (of iets anders - dit verschilt van persoon tot persoon). Je neemt bekende overledenen of wezens waar die je kunnen helpen. Hier verlaat je de aardse werkelijkheid.
Wie sterft, gaat hier "definitief" over. Stervenden die de 'brug' naderen, merken geliefden op die hen opwachten. Dit kan je soms zien aan hun manier van doen (hun blik lijkt bv. een onzichtbare aanwezige te volgen) en soms wordt het ook uitgesproken ('wat doe jij hier?' of 'ik heb x gezien!').

Over de bewustzijnniveaus na het sterven: zie reis van de ziel.

 


Sterven volgens het Tibetaans Boeddhisme: de vijf elementen en de winden

In het Tibetaans Dodenboek wordt het stervensproces beschouwd als een geleidelijke ontwikkeling en geleidelijk dagen van steeds subtielere niveaus van bewustzijn, terwijl de bestanddelen van lichaam en geest één voor één oplossen en het proces voortschrijdt naar de openbaring van het meest subtiele bewustzijn: de Grond-luminescentie of het Heldere Licht. Het stervensproces wordt opgedeeld in twee stadia: de uiterlijke oplossing van de zintuigen en de elementen en de innerlijke oplossing van de grove en subtiele gedachtestaten en emoties. Het stervensproces begint bij het moment waarop we een ongeneeslijke ziekte krijgen of een andere omstandigheid zich voordoet die zal eindigen met de dood en eindigt met het stoppen van de ‘innerlijke ademhaling'.

Uiterlijke oplossing van de zintuigen en de elementen

Volgens het Tibetaans Boeddhisme wordt ons lichaam gevormd en in stand gehouden door de elementen aarde, water, vuur, lucht en ruimte. Op het einde van ons leven lossen zij terug op, waardoor ons fysieke lichaam sterft.

De oplossing van elk van die elementen heeft aanleiding tot uiterlijke tekenen:
Aarde (alles wat vast is: skelet, spieren, vlees en het reukorgaan) : wegzakken, geen energie, moeite om hoofd rechtop te houden, geen gemakkelijke houding vinden, onrustig bewegen, opgewonden en verwarde geest, de greep verliezen, bewegingscoördinatie neemt af, bruine vlekken op de tanden, vale huidskleur, ingevallen wangen, ogen die moeilijk open en dicht gaan, het gevoel te vallen of verpletterd te worden.
Wanneer de stervende het visioen van een luchtspiegeling ervaart, betekent dit dat het aarde-element in het water-element opgelost is.
Water (alle vloeistoffen: bloed, tranen, zweet, urine, stoelgang en het smaakorgaan): druipende neus en kwijlende mond, vocht loopt uit de ogen, uitdrogen tong en ogen, strakke lippen waaruit het bloed is weggetrokken, kleverige mond en keel, invallen neusvleugels, incontinentie, trillen en beven, doodsgeur, lichamelijke gevoelens als pijn en welbehagen, hitte en koude wisselen elkaar af, de geest wordt wazig, ontevreden, prikkelbaar, nerveus, gevoel te verdrinken of meegesleurd te worden door een rivier.
Als het waterelement in het vuurelement oplost, kan er een visioen zijn van een nevel met daarin wervelende rookslierten.
Vuur (energie, lichaamskleur en -warmte, gezichtsorgaan): mond en neus drogen uit, voeten en handen worden koud, koude trekt verder richting hart, stoomachtige hitte boven kruin, adem wordt kouder, mond valt open, niet langer in staat iets te drinken of te verteren, de geest is afwisselend helder en verward, we herinneren ons namen niet meer of herkennen onze familieleden en vrienden niet meer, moeilijker om iets buiten ons te onderscheiden, gevoel zich in een vlammenzee te bevinden.
Bij oplossing in het luchtelement is er het teken van flikkerende rode vonken, als vuurvliegjes dansend boven een open vuur.
Lucht (ademhaling, tastorgaan, fysiek gevoel): moeizamere ademhaling, korte inademing gevolgd door lange uitademing, ogen rollen naar boven, niet meer kunnen bewegen, laatste gevoel van contact met de fysieke wereld glipt weg, hallucinaties, visioenen, gevoel van enorme wervelstorm die de hele wereld vernietigt. Al naargelang het soort leven dat betrokkene geleid heeft, kunnen akelige momenten in het leven herbeleefd worden of kunnen er gelukzalige visioenen zijn waarin de stervende liefdevolle vrienden en verlichte wezens ontmoet.
Luchtelement lost op in bewustzijn. Teken is een visioen van een vlammende fakkel of lamp met rode gloed.
Na drie lange laatste uitademingen, valt de ademhaling stil. Slechts een beetje warmte blijft achter in de streek rond het hart.
Etherisch (etherisch lichaam): lost op twintig minuten na het (fysieke) sterven (of sneller). Daarna valt de innerlijke ademhaling stil. Overledene is kort na overlijden dus nog sterk verbonden met zijn etherisch lichaam. Pas als het zilveren koord (waarmee alle energielichamen verbonden zijn) doorgeknipt wordt, lost de ziel ook het etherisch lichaam.

Soms volgen de stadia van uiterlijke oplossing elkaar snel op en zijn ze daardoor niet duidelijk waarneembaar. Het kan ook zijn dat het gebruik van medicatie deze uiterlijke tekenen verhult.

Innerlijke oplossing van gedachtestaten en emoties.

In het Tibetaans Boeddhisme wordt het lichaam gezien als een psycho-fysiologisch systeem, dat uit een dynamisch netwerk van subtiele kanalen, ‘winden' of innerlijke lucht, en essenties bestaat (cf. de meridianen uit de Chinese geneeskunde).
Wanneer de knopen in de kanalen losgaan, stromen de winden het centrale kanaal in. Met het verdwijnen van de ‘wind' die haar daar heeft gehouden, daalt de witte essentie, die wij van onze vader ontvangen hebben, en zich gedurende ons leven in de kruinchakra bevond, naar beneden, via het centrale kanaal, naar ons hart. Uiterlijk ervaren we een ‘witheid' (als ‘een heldere nacht verlicht door een volle maan'), innerlijk wordt ons bewustzijn helder. Dan begint de rode essentie van de moeder, vanuit de tweede chakra, naar boven te stijgen. Uiterlijk verschijnt er een ‘roodheid' (als ‘een door de zon roodgekleurde heldere herfsthemel'), innerlijk een gevoel van gelukzaligheid.
Wanneer de rode en witte essenties elkaar in het hart ontmoeten, wordt het bewustzijn als het ware tussen hen ingesloten. We ervaren een ‘zwartheid' (als ‘een hemel, leeg en volledig in duisternis gehuld') en een geestestoestand vrij van gedachten.
Als ons bewustzijn daarna op een subtiel niveau terugkomt, verschijnt onze ware natuur of boeddhanatuur (ook wel Grond-luminescentie genoemd).

 

Bron: RINPOCHE, Sogyal, Het Tibetaanse boek van leven en sterven, Servire, Antwerpen, 1994.

 


Ondersteuning van het energetische stervensproces

Er zijn verschillende manieren om het energetische stervensproces te ondersteunen.

Aarden en verruimen

Aarden of gronden, dit wil zeggen, goed in je lichaam zitten en stevig met je voeten op de grond staan, en verruimen van het bewustzijn, waardoor we geïnspireerd en beschouwend in het leven kunnen staan, zijn twee energetische bewegingen, eigen aan de mens. We voelen ons zowel verbonden met de aarde als met de kosmos. In het dagdagelijkse leven zoeken we van nature uit -meestal onbewust- een evenwicht tussen beide bewegingen. Gronden in ons lichaam of aarden, bevorderen we door fysieke activiteiten of activiteiten die met het materiële te maken hebben: wandelen, fietsen, sporten, huishoudelijke activiteiten, handwerk, in de tuin werken, ... alnaargelang je aanleg en interesse voor bepaalde  activiteiten. Verruimen gebeurt dan eerder als we naar muziek luisteren, genieten van een warm bad of een sauna, een filosofisch boek lezen, mediteren, plannen maken, fantaseren, dromen...

Vanuit spiritueel oogpunt wordt sterven meestal voorgesteld als een beweging waarbij de ziel het lichaam verlaat. Het lijkt dan wel of het aardse losgelaten moet worden en er alleen nog verruiming plaats moet vinden. Dat is niet het geval. Ook het lichaam heeft zijn eigen wijsheid en speelt een actieve rol in het stervensproces. De ingrijpende fysieke èn spirituele gebeurtenis van het sterven vergt een goede integratie van lichaam en ziel. Vandaar dat zowel gronden of goed in het lichaam zitten als verruimen van het bewustzijn een belangrijke rol spelen in het stervensproces, ook al lijken het ogenschijnlijk twee tegengestelde energetische bewegingen. Na verloop van tijd zal de aandacht voor de materiële wereld weliswaar verminderen en de bewustzijnsverruiming steeds groter worden.

Misschien herken je de samenhang tussen gronden en verruimen wel van bij het mediteren: ook hier is gegrond zijn of goed in je lichaam zitten een belangrijke voorwaarde om het bewustzijn ver te kunnen verruimen en om duurzame vruchten te plukken van je meditaties. Hoe dieper een boom wortelt, hoe hoger zijn takken kunnen reiken.

Door de ongewone situatie van het stervensproces en alle emoties, fysieke ervaringen en veranderingen die erbij komen kijken, kan het natuurlijke evenwicht tussen beide energetische bewegingen verstoord geraken en één of beide bewegingen geblokkeerd raken. Maar het kan ook zijn dat de persoon van nature uit een weerstand tegen het gronden of het verruimen heeft.

Hoe kan je deze energetische bewegingen dan ondersteunen?

Als de betrokkene zelf niet meer in staat is om dingen te doen, die voor hem of haar gewoonlijk grondend werkten, kan je hem of haar daar mee helpen door fysieke aanraking.

Een massage kan heel deugddoend zijn, zowel voor de gever als de ontvanger. Bij bedlegerige en zieke mensen, kan een voetmassage (eventueel uitgebreid tot de onderbenen) heel praktisch en aangenaam zijn.

Als dit niet kan of te belastend is, kan je gewoon je handen op de knieën of de voeten leggen of de voorzijde van de schouders aanraken (dit laatste is vooral interessant naar het einde toe, als voeten en benen al koud zijn).

Bij stervenden die niet meer kunnen rechtstaan, maar die nog voldoende bewust zijn en voldoende kracht in hun lichaam hebben, kan je ook je handen tegen de voetzolen leggen en hen eens goed laten steunen tegen je handen. Dit heeft hetzelfde effect als echt rechtstaan en maakt de stervende rustiger.

Het gebruik van de kleur rood werkt grondend: je zou bijvoorbeeld een rode deken kunnen gebruiken. Ook zaken die een geborgen gevoel in de hand werken (warmte, kussen, fleece dekentjes, aangename en vertrouwde geuren,...), hebben een grondend effect.

De etherische olie "vetiver" ruikt naar vochtige aarde en heeft een grondend effect. Je kan de olie verdampen, gebruiken in massageolie of een druppel op het hoofdkussen van betrokkene doen.

Er bestaan geleide visualisaties die helpen om te gronden. Als de betrokkene daar mee vertrouwd is of voor open staat en nog helder van geest, is dat zeker een optie. Maar als dat niet het geval is, zal dit waarschijnlijk weinig effect hebben. Zeker naar het einde toe, als de stervende vermoeid is of zich nog moeilijk kan focussen, heeft dit geen zin.

Als zowel de betrokkene als jijzelf openstaan voor meditatietechnieken, kan het waardevol zijn om een vorm van "co-meditatie" te beoefenen.

Merill Colett beschrijft in zijn boek "Vertrouwd met de dood" het kruiselings ademen: terwijl de stervende met gesloten ogen op zijn rug in bed ligt en met de armen ontspannen naast zich, concentreert de begeleider zich op de ademhaling van de persoon in bed. Bij elke uitademing en zolang de ander uitademt, maakt de begeleider de kalmerende klank 'aaaaaahhhh'. De stervende kan mee de klank maken of gewoon luisteren naar de begeleider. Dit doe je gedurende een twintig tot dertig minuten. Als de ademhaling te snel is, kan je in plaats het aantal uitademingen van de persoon hardop tellen, van één tot tien en dan opnieuw.

Deze techniek vergt niet veel inspanning van de zieke en bevordert een rustige, meditatieve toestand, zowel bij de zieke als de begeleider.

Zelf goed gronden in het bijzijn van een stervende, heeft ook effect. Als je op een stoel zit, kan dit eenvoudigweg, door je goed bewust te zijn van het contact tussen je lichaam en de stoel en de grond en als het ware te versmelten met de grond en de aarde daaronder. Of je kan je inwendig voorstellen hoe er wortels vanuit je stuit tot in de kern van de aarde lopen en hoe je daarlangs energie afvoert, die getransformeerd wordt in het vuur van de aardekern, en hoe je vervolgens via je voeten warme, voedende aarde-energie terug opneemt. Voel hoe je steviger contact maakt met de grond en je zelf rustiger en helderder van geest wordt. Dit werkt natuurlijk beter als je dit in het algemeen regelmatig, bijvoorbeeld tijdens meditatie, doet.

De omgekeerde beweging, die van bewustzijnsverruiming, kan je dan ondersteunen door zelf ook je bewustzijn te verruimen, indien je daarin geoefend bent.

Massage van het hoofd en meer bepaald van de kruin, kan het opengaan van de kruinchakra en het verruimen ondersteunen.

De etherische olieën "wierrook" en "mirre" hebben een gelijkaardig effect. Je kan deze olie verdampen, in massage-olie vermengen of een druppeltje op een zakdoek of een hoofdkussen aanbrengen.

Je kan ook je handen op het hoofd van betrokkene leggen: je ene hand onder het achterhoofd en de andere hand op het voorhoofd. Daarmee raak je twee hiervoor interessante deblokkeringspunten op de energiebanen aan (zie oosterse behandelingswijze Jin Shin Jyutsu ): punt vier, achteraan op de schedelrand, links en rechts naast de ruggengraat en punt 20, op het voorhoofd, links en rechts, enkele centimeters boven de wenkbrauw. Punt vier wordt beschouwd als het punt van leven en dood en helpt ondermeer om het verleden los te laten, spanningen in het hart te verminderen en het denken tot rust te brengen. Punt 20 helpt om het persoonlijk bewustzijn met het universeel bewustzijn te verbinden, het dualisme in jezelf op te heffen en tot inzicht en spirituele wijsheid te komen.

Wit, lila en lichtroze of lichtblauw zijn kleuren die verruimend werken (je kan bijvoorbeeld kussentjes in die kleuren aan het hoofdeinde leggen).

Ook verruimen kan je via meditatie bevorderen, maar ook hier geldt weer dat geleide visualisaties of meditaties maar mogelijk zijn als de betrokkene ermee vertrouwd is en/of nog in staat is zich voldoende te concentreren. Eénvoudige vormen van co-meditatie kunnen wel werken als betrokkenen ervoor openstaan (zie hierboven).

Maak je niet te veel zorgen over wat je wanneer mag doen en hoe je het moet doen. Volg je intuïtie daarin en vertrouw er op dat de stervende enkel datgene oppikt wat hij op dat moment nodig heeft. Indien dit nog mogelijk is, bespreek je vooraf met de betrokkene wat hij of zij aanspreekt. Als de betrokkene op één of andere manier aangeeft iets niet aangenaam te vinden, spreekt het vanzelf dat je meteen stopt. Op een ander ogenblik kan het misschien wel.

Gericht zijn op de stervende

Voor de stervende wordt de ‘buitenwereld' steeds vager en minder belangrijk. Uiteindelijk is zijn focus helemaal gericht op zijn eigen proces. Het is evenwel niet omdat de betrokkene onvoldoende bewust is om nog te communiceren, dat hij niets meer hoort. Het horen is immers het laatste zintuig dat stilvalt. Het stervensproces houdt ook in dat de betrokkene op een bepaald moment de balans van zijn leven zal opmaken. Het is dan ook nuttig om in het bijzijn van de betrokkene, over zijn leven te vertellen. Ik merk vaak een verhoogde aanwezigheid en betrokkenheid bij de stervende -ook al wordt hij niet 'wakker'- wanneer zijn partner, familieleden of vrienden hierover vertellen. Daarbij oog hebben voor bijzondere kwaliteiten van de betrokkene of positieve dingen die hij of zij tijdens het leven gedaan of bevorderd heeft, werkt enorm ondersteunend.

Aangezien het horen het laatste zintuig is dat uitvalt, is het ook een goed idee om muziek die de stervende graag hoorde te laten spelen of mensen die voor hem of haar belangrijk zijn, tegen hem of haar te laten praten.

Ook aanrakingen kan de stervende tot in een ver gevorderd stadium nog voelen. Als je gewend was elkaar aan te raken, moet je dit nu zeker niet vermijden. Volg ook hierin je intuïtie.

Het is een bekend fenomeen dat sommige mensen net sterven, als zij die hen omringen eventjes weg zijn. Voel je zeker niet schuldig over het feit dat je de kamer hebt verlaten en zo niet bij de stervende aanwezig was op het ogenblik dat hij stierf. Net doordat jij de stervende even kon loslaten, heb je hem of haar geholpen om ook los te laten. Omgekeerd gebeurt het ook wel dat de stervende lijkt te wachten tot een voor hem of haar belangrijk persoon aanwezig is.

Tonglen (Tibetaans Boeddhisme)

Het tonglen is een techniek uit het Tibetaans Boeddhisme, waarbij je aan de stervende mededogen schenkt en de stervende jou oefent in het ontwikkelen van mededogen en het zuiveren en genezen van jezelf. De beoefening kan je van op afstand doen -je hoeft niet fysiek bij de stervende aanwezig zijn- en verloopt als volgt:

1. Kom tot rust, word leeg en maak vervolgens contact met een gevoel van mededogen. Dit kan je bijvoorbeeld doen door je te concentreren op een moment waarop je van iemand diepe liefde mocht ontvangen, door de stervende te zien als volkomen gelijk aan jezelf, door je in zijn of haar plaats te stellen of door iemand waar je veel van houdt, in de plaats van de stervende voor te stellen. Zoek voor jezelf uit wat best werkt. Laat je hart zich openen en baad in het gevoel van liefdevol mededogen.

2. Neem de stervende in gedachten, visualiseer hem of haar in de ruimte voor je. Probeer je je zijn pijn en ellende zo levendig mogelijk voor te stellen. Wanneer je voelt dat je hart zich vol mededogen voor de stervende opent, stel je dan voor dat al het lijden zich tegelijkertijd manifesteert en samenbalt in een grote massa hete, zwarte, smerige rook.

3. Bij het inademen, visualiseer je dat deze zwarte rook oplost in je hart en daar je zelfzucht vernietigt en je negatief karma zuivert.

4. Bij het uitademen, stel je je voor dat er vanuit je eigen gezuiverde, verlichte geest in je hart, stralen van schitterend, verkoelend licht of een witte wolk naar de stervende uitgaan.

5. Wees overtuigd dat de stervende zo bevrijd wordt van pijn en lijden.

6. Blijf zo een tijdje in- en uitademen.

Zelf pas ik een eigen variant toe, die beter aansluit bij mijn benadering van de werkelijkheid. Daarbij scan ik het energieveld van de betrokkene op zoek naar donkere plekken. Ik stel mij voor dat al die donkere plekken samenballen tot een zwarte wolk. Bij het inademen ontvang ik die zwarte wolk liefdevol in mijn spirituele hart vanuit het besef dat alles, hoe negatief het uiterlijk ook lijkt, afkomstig is van de oer-bron. Door de donkere wolk liefdevol te benaderen en te ontvangen, krijgen deze negatieve ‘vlekken' de kans om hun ware kracht, om hun ware gedaante van zuiver licht te tonen. Je kan het vergelijken met een kind dat zich onuitstaanbaar gedraagt. Als je het niettemin rustig, open en liefdevol aandacht geeft, kan het plotseling veranderen: het kind vertelt wat er eigenlijk scheelt, emoties gaan stromen en in een mum van tijd wordt het kind terug zichzelf: vriendelijk en goedmoedig. Op dezelfde manier verandert de donkere wolk in je hart in een witte, heldere, stralende wolk, die je bij de uitademing terugstuurt naar de betrokkene. Het is belangrijk om daarbij liefdevol ruimte te geven aan wat bij de betrokkene aanwezig is en niet al te zeer te focussen op het (snel) wegnemen van pijn en lijden. Concentreer je eerst gedurende een aantal inademingen op het inademen van de zwarte wolk, tot je deze beweging zo helder mogelijk ervaart en forceer de transformatie naar een witte wolk niet. Als je de witte wolk begint waar te nemen of als je aandacht als vanzelf naar het uitademen en de witte wolk getrokken wordt, kan je enkele uitademingen je daar op concentreren, vooraleer de aandacht terug naar het donkere te brengen.

Deze techniek kan je overigens ook in andere omstandigheden toepassen: bv. op een sombere sfeer op een bepaalde plek, op een onaangename situatie die zich voorgedaan heeft of voor jezelf, waarbij je een onderscheid kan maken tussen deelpersoon A in je die zich slecht voelt en deelpersoon B die tongelt of waarbij je je gewoon concentreert op de donkere delen in je energieveld.

Het is een schitterende techniek, waarbij je je bij veelvuldige toepassing, steeds minder identificeert met je ego, en steeds meer met het spirituele wezen in jezelf (ziel). Hierdoor kan je ook veel gemakkelijker omgaan met zware emoties of moeilijke omstandigheden. Het ego dient overigens niet negatief bekeken te worden - het is via ons ego dat we een leven op aarde kunnen ontwikkelen en vanuit je ziel is er hiervoor heel veel respect.

Phowa (Tibetaans Boeddhisme)

Een andere techniek uit het Tibetaans Boeddhisme is de phowa. De stervende kan hem zelf doen als hij daar nog toe in staat is of jij kan het voor hem of haar doen. In essentie komt deze oefening er op neer dat je een goddelijke wezen aanroept en je je zo goed mogelijk voorstelt dat het wezen aanwezig is in de ruimte (voor christenen zou dit bv. de Maagd Maria of Jezus kunnen zijn). Vaak zul je merken dat deze aanwezigheid aan de kruin van de stervende plaatsneemt. Als je geen affiniteit hebt met dergelijke wezens, kan je je ook zuiver goud licht voorstellen. Laat je hart vullen met hun aanwezigheid in het vertrouwen dat ze er zijn.
Vervolgens stel je je voor dat de geest van de stervende versmelt met de wijsheidsgeest van die zuivere aanwezigheid. Is dit moeilijk voor je dan zou je je ook kunnen voorstellen dat het bewustzijn van de stervende een lichtbol in zijn hart is, die als een ster wegschiet in het hart van de aanwezigheid.
Volgens het Tibetaans Boeddhisme is het belangrijk om deze oefening voor jezelf tijdens het leven zo vaak te doen dat het een reflex wordt, waardoor je het op het moment van het sterven zelf automatisch doet.

Een variant hierop is dat je je zo krachtig mogelijk voorstelt hoe de stervende zich straks in een sfeer van hemelse vrede zal bevinden, hoe hij daar helemaal terug jong, krachtig en stralend wordt en omringd wordt door liefdevolle wezens.

Zuiveren van de chakra's

In de Sjamanistische tradities, was het gebruikelijk de chakra's te zuiveren. Meer hierover vind je terug op de website www.dyingconsciously.org.

 


righttop
right

U mag de teksten van deze site vrij gebruiken en verspreiden, mits vermelding van www.izamen.be.