dinsdag 11 september, namiddag
Als ik vandaag op de afdeling kom, zijn de meeste patiënten al klaar met het middageten. Omdat de verpleegkundigen niet onmiddellijk tijd hebben voor de overdracht, spring ik maar meteen even binnen bij Marjolein, die er nog altijd is.
Marjolein
Het beeld van een patiënt kan best wel uiteenlopend zijn, de ene week bij de andere. Vandaag vind ik Marjolein rondlopend in haar kamer. Ik wil haar bord afruimen, maar ben even in de war omdat ze heel weinig aangeraakt heeft en ik denk dat ze nog moet of nog aan het eten is. Marjolein is evengoed haar draai kwijt: ze vraagt aan mij of ze moet gaan zitten of in bed liggen. Het voelt wat vreemd aan dat een volwassen persoon zoveel leiding nodig heeft. Waarschijnlijk is dat voor Marjolein zelf ook heel bevreemdend - haar gedrag houdt immers vermoedelijk verband met haar ziekte.Volgens haar familie is ze onherkenbaar veranderd.
Ik stel haar voor nog even in de zetel te gaan zitten en ik schuif een stoel bij. Ik praat wat over het weer en over de schoonmaakster die net nog even binnen komt om haar kamer te vegen (blijkbaar vandaag wel toegelaten). Na enkele minuten vraagt Marjolein zachtjes of ik op iemand wacht. Ik zeg haar dat ik er gewoon ben om haar een beetje gezelschap te houden en ik zie een voorzichtig lachje doorbreken. Op een bepaald moment trekt Marjolein haar benen op en zet haar voeten op de zetel - ik vraag mij af of dit voor haar misschien een gebruikelijke houding is en het aangeeft dat ze zich op haar gemak voelt - maar even later blijkt dat ze anticipeert op de schoonmaakster, zodat die ook rond de zetel kan vegen. Ik doe dan maar hetzelfde en de schoonmaakster maakt wat grapjes over turnen. Marjolein glimlacht en ik vraag haar of ze houdt van turnen. Ze antwoordt vrij snel voor haar doen: alleen wel, maar niet in groep. Ik zie een verpleegkundige teken doen aan de deur dat ze klaar is voor de overdracht. Ik zeg tegen Marjolein dat ik later terugkom. Ik voel dat ze het spijtig vindt dat ik wegga.
Een verpleegkundige overloopt met mij de patiënten. Rita blijkt verder achteruit gegaan te zijn en is twee dagen geleden in haar slaap overleden - haar kleinkind was uiteindelijk toch nog niet geboren. Ik hoor dat een andere vrijwilligster deze morgen al met Mario gaan wandelen is en dat hij nu rust.
Als ik terugkeer naar Marjolein, is er een bezoekster bij haar. Marjolein kijkt wat verward en afwerend als ik vraag of ik inmiddels mag afruimen. Het lijkt wel of ze inmiddels weer vergeten is wie ik ben, en ik stel mij nog eens voor, ook ten behoeve van het bezoek. De dame op bezoek reageert heel vriendelijk en stelt zich ook voor, maar Marjolein lijkt helemaal verstoord, alsof ik haar verwar door het gesprek met haar bezoekster te doorbreken. Ik neem het plateau met het eten en wil weggaan maar de bezoekster begint nog even tegen Marjolein over wat en hoeveel ze gegeten heeft. Mensen die stervende zijn, hebben meestal niet zo veel nood aan eten en minder of niet eten betekent niet dat ze sneller zullen sterven, maar familie en vrienden zijn daar vaak bezorgd over.
Barbara
Ik ga even kennismaken met Barbara. Bij de overdracht heb ik vernomen dat Barbara een vrouw is van rond de zestig met longkanker. Ze heeft een man maar geen kinderen. Ze is pas eergisteren aangekomen, van thuis uit.
Ik klop aan, want haar deur is gesloten.
Barbara ligt op haar bed te rusten. Ze is alleen. Ik stel mij even voor en vraag hoe het nu met haar gaat. ‘Het gaat' antwoordt ze. Ik vraag of het eten gesmaakt heeft en ze antwoordt dat het lekker was. Stilte. Ik wacht even, maar krijg stellig de indruk dat deze vrouw geen zin heeft in een gesprek. Ik vraag of ze graag alleen gelaten wil worden en ze knikt van ja. Ik vraag nog even of ze nog iets nodig heeft, wat niet het geval is en dus verlaat ik haar kamer.
Sabine
Bij de overdracht hoorde ik dat Sabine sterk achteruit gegaan is. Als ik bij haar binnenga, zit haar partner bij haar bed met een bezorgde blik.
Ik vraag hoe ze zich voelt. Sabine vertelt dat het voor haar goed geweest is, dat ze vrede heeft met de situatie. Haar man maakt een ongedurige beweging. Ik kijk hem aan en merk op dat het niet gemakkelijk is om iemand los te laten. Hij knikt. Hij vertelt dat ze nauwelijks nog eet en vraagt of het niet nuttig zou zijn om een infuus te geven. Ik zeg dat hij dat best eens met de dokter bespreekt, maar voeg er meteen aan toe dat het niet gebruikelijk is om nog kunstmatig voeding te geven op het einde, dat dit vaak eerder een last is voor de patiënt. Sabine bevestigt onmiddellijk dat dit nu niet meer nodig is. Ze vertelt mij dat ze enkele nachten geleden gedroomd heeft over haar vader die al lang overleden is. In haar droom kwam een bus aangereden en hij stapte uit. Hij nam al haar valiezen op en zette die in de bus, maar ze vertelde hem dat ze zelf nog even wou wachten met instappen. Haar gezicht straalt als ze dit vertelt. Ze zegt dat ze heel blij is met de goede zorgen en dat er veel engelen bij ons rondlopen. Ik glimlach.
Er komt een echtpaar binnen. Ik stel mij aan hen voor en zij vragen geïnteresseerd wat vrijwilligers zoal doen. Ze stellen het bewonderenswaardig te vinden dat ik dit doe - waarbij ik mij even geen houding meer weet en mij er maar vanaf maak door op te merken dat ik het graag doe en er veel voor in de plaats krijg. De partner van Sabine gaat koffie voor hen halen en we babbelen nog wat verder.
Ik vind het fijn dat deze mensen zo open zijn, maar vind het na een tijdje toch gepast om ze alleen te laten met Sabine. Ik vraag of er nog iets nodig is en verlaat dan de kamer.
Anastasia
Het is behoorlijk druk op de kamer van Anastasia. Zij is een buitenlandse met een grote familie die zich uitgebreid over haar bekommert. Anastasia spreekt alleen Pools en verstaat geen enkel woord Nederlands. Dit is niet erg bemoedigend om contact te zoeken, zeker nu ze zichtbaar goed omringd wordt door haar familie.
Bij Mario is er inmiddels ook bezoek en bij Antoine is een verpleegkundige bezig.
Ik sta wat onwennig te draaien in de gang - wat kan ik nu doen?
De voordeurbel gaat en ik ga even op de knop duwen om de deur te openen. Het is een man voor Barbara. Vermoedelijk haar partner.
Ik ga even in ons gastenboek kijken, maar sinds de vorige keer is er niets bijgeschreven.
Een blik op het koffiehoekje leert dat alles nog in orde is - nog genoeg senseo's in de doos.
Ook in de keuken valt er weinig te doen - iemand anders heeft de vaat al aangezet.
Zo overduidelijk niets staan doen op een ziekenhuisafdeling waar de anderen van het team wel hun werk hebben, blijft toch wel vervelend... De mogelijkheden voor een vrijwilliger om iets te doen, zijn soms zeer variërend!
Ik besluit uiteindelijk toch maar even mijn hoofd binnen te steken bij Anastasia om te informeren of ze iets nodig heeft. Ik word vriendelijk begroet door een achttal aanwezigen, kinderen meegerekend. Een jonge vrouw legt mij in gebroken Nederlands uit dat haar moeder goed gegeten heeft en dat iedereen zeer tevreden is. Ik zeg blij te zijn dat te horen en glimlach naar de vrouw in bed, die mij vermoeid aankijkt. De familie begint terug met elkaar te babbelen en ik voel mij nogal overbodig. Ik vraag nog even aan de jonge vrouw of er nog iets nodig is, waarop zij stelt dat ze het wel zullen vragen als dat zo is. Ik knik en verlaat de kamer, omringd door vriendelijk glimlachende gezichten.
Ik ga eventjes in de verpleegpost gaan zitten en neem het boek met overlijdens. Ik noteer de namen van de laatste patiënten die overleden zijn en de overlijdensdatum - thuis hou ik een boekje bij met alle namen van de overledenen - dat vind ik een mooie manier om het telkens ook voor mijzelf af te ronden. Er zijn reeds weer veel patiënten overleden de voorbije weken...
Ik zie een boek over palliatieve zorg liggen en blader er even in, maar voel mij een beetje gegeneerd om echt te beginnen lezen in plaats van met de patiënten bezig te zijn.
Antoine
Als ik nogmaals op de gang ga kijken, zie ik net de vrouw van Antoine binnenkomen. Ze maakt een vermoeide indruk. Ik loop naar haar toe en vraag hoe het met haar gaat. Ze wil weten wat haar man 's middags gegeten heeft, maar ik moet haar het antwoord schuldig blijven - ik was hier pas na de middag, maar beloof haar het even aan een verpleegkundige te vragen. Ze maakt een afwerend gebaar en verzekert mij dat ze het wel zelf zal vragen. Ik loop even mee binnen. Antoine ziet er niet zo goed uit. Zijn vrouw haalt een crême bruléé te voorschijn, vroeger lustte haar man dat graag, maar nu heeft hij niet zoveel trek meer. De crème brulée wordt met een vermoeid gebaar naar de ijskast verwezen. ‘Later' mompelt Antoine. Zijn vrouw heeft ook een brief meegebracht van een familielid van Antoine, die haar duidelijk geraakt heeft en die ze hem graag wil voorlezen. Hij schudt van nee.
Ik voel de machteloosheid bij zijn vrouw.
Ik richt mij tot haar en vraag of ze wat heeft kunnen rusten over de middag. Neen, want de kinderen waren er, maar dat was goed. Er moeten immers een heleboel praktische dingen geregeld worden, ondermeer met de zaak die hij heeft, en waar zij niet mee vertrouwd is. En uiteraard staat haar hoofd er niet op. Ik blijf nog even babbelen, vooral met de vrouw, want voor Antoine lijkt het allemaal te veel en zijn ogen vallen regelmatig dicht. Het is lastig voor een partner als je niet meer weet wat te doen om goed te doen...
Marjolein
Als ik de kamer van Antoine verlaat, merk ik dat het bezoek bij Marjolein vertrokken is en ga ik nog even naar haar toe. Marjolein ligt in bed te rusten. Ik vraag of het goed is, als ik gewoon wat aan haar bed kom zitten en ze knikt van ja. Ik zeg niet veel - geanimeerde monologen voeren, is niet mijn sterkste punt, maar bij deze patiënte is dat waarschijnlijk eerder een kwaliteit dan een gebrek. Marjoleins ogen vallen regelmatig toe en heel af en toe zegt ze iets uit haarzelf, met een heel zacht stemmetje, waardoor ik het telkens opnieuw moet vragen. Dat God mij zou willen helpen, verzucht ze op een bepaald moment.
Marjolein houdt haar ogen nu grotendeels dicht en ik profiteer van de gelegenheid om zelf op het gemak in te voelen. De sfeer in haar kamer is deze maal duidelijk anders - dat warme, geborgene van vorige week heeft plaats gemaakt voor een actievere, meer aardse energie. Tegelijkertijd voel ik veel beweging en onrust en merk ik dat ik zelf onrustig wordt door mij op haar te concentreren. Het idee komt in mij op dat Marjolein wel wat gronding zou kunnen gebruiken en ik bedenk dat een voetmassage daarvoor niet slecht zou zijn. Ik vraag Marjolein of ze er zin in heeft en ze vraagt 'kan jij dat?'. Ik antwoord van ja en ga enthousiast op zoek naar etherische oliën. Bij het opstaan voel ik mij draaierig. Te veel "yin" en te weinig "yang" bij Marjolein vliegt er door mijn hoofd.
Ik zoek gewoontetrouw lavendel, maar bedenk mij. Iets met meer pit lijkt mij beter - ik zie dat ik spontaan bergamot als eerste vasthad en mijn oog valt op citroen - die twee voelen uitstekend aan. De keuze slaat aan, Marjolein herkent de citroen en geeft een blije indruk om dat te ruiken. De massage slaat eveneens aan - als ik over haar achillespees wrijft, zegt ze spontaan dat het deugd doet. Haar huid is glad en haar tenen voelen soepel aan. Ik herinner mij plots iets dat ik ergens gelezen heb: dat je bij een voetmassage over ieder stukje moet wrijven alsof je een pareltje aan het oppoetsen bent. Als ik met de tweede voet bezig ben, geeft Marjolein aan dat het pijn doet in haar zij. Ik doe wat zachter verder - aan de ene kant denk ik dat ik wel intuïtief kan invoelen wat ik best doe, aan de andere kant ontbreekt het mij aan medische kennis - en ik rond toch maar vrij snel af. Als extraatje wrijf ik nog eens haar benen vanaf haar knie af, want haar knieën trekken toch ook wel mijn aandacht - maar een kniemassage is natuurlijk niet zo'n gebruikelijk voorstel...
Marjolein ziet er best gelukkig uit. Ik vertel haar dat mijn shift er op zit, wens haar een fijne avond en geef haar een kus als afscheid.
Ik ga naar huis, toch nog met een tevreden gevoel...